Skip to main content

Slicers: De belangrijkste instellingen

Voordat een 3D model geprint kan worden moet het eerst worden omgezet tot een bestand dat begrijpbaar is voor de 3D printer. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een slicer. Een slicer is een softwareprogramma die het 3D bestand, meestal een STL bestand, samen met de belangrijkste instellingen omzet naar een set instructies die de printer kan begrijpen. Deze instructies worden opgeslagen in een GCODE bestand. De instellingen in de slicer bepalen voor een groot deel de kwaliteit van de 3D print. 

Printer- en nozzleinstellingen

Allereerst geef je aan met welke printer je gaat 3D printen. Afhankelijk van welke slicer je gebruikt zijn er voor de meeste commerciële 3D printers profielen te vinden. Deze profielen bevatten belangrijke informatie over de printer, zoals de minimale en maximale temperatuur van de nozzle en het printbed, de maximale snelheid, welke "smaak" gcode de printer gebruikt, en nog veel meer. Ook selecteer je de diameter van de nozzle. Dit is meestal 0.4 mm, maar er bestaan ook nozzles van 0.2, 0.6, en 0.8 mm. 

Welke nozzle kies ik? De grootte van de nozzle heeft invloed op hoe gedetailleerd de 3D print wordt. Een kleinere nozzle betekend meer detail, maar zorgt ook voor een langere printtijd. Een grotere nozzle print een stuk sneller, maar ook minder gedetailleerd. De meest voorkomende diameter is 0.4 mm.